De sterappel is een opvallende en smaakvolle appelvariëteit die zijn naam dankt aan zijn unieke uiterlijk en heerlijke smaakprofiel. Deze prachtige appel heeft een gladde, helderrode huid die wordt geaccentueerd door kleine, lichtgele vlekjes die als sterren aan de nachtelijke hemel glinsteren. De appel is van gemiddelde grootte en heeft een verleidelijke zoete en knapperige textuur.
De Sterappel, ook wel bekend als Sterreinette, is een bejubeld appelras dat zijn oorsprong heeft rond het jaar 1830. Dit bijzondere ras wordt toegeschreven aan Nederlandse of Belgische herkomst, waarbij mogelijke oorsprongsplaatsen Maastricht, Luik of Sint-Truiden zijn. In de provincie Limburg kreeg de appel vaak de naam “Binnenrode.”
Uiterlijk: De Sterappel is opvallend door zijn donkerrode huid, met een kenmerkende rode ster rond het klokhuis, wat hem zijn naam heeft gegeven. Het vruchtvlees van de Sterappel is roze van kleur.
Smaak: De smaak van de Sterappel varieert van lichtzuur tot matig tot goed zoet, afhankelijk van de mate van rijping en blootstelling aan zonlicht. Als de appels onvoldoende narijpen in de zon, kunnen ze erg zuur zijn en heeft het vruchtvlees mogelijk een witte of fletsrode kleur.
Pluktijd: De Sterappel kan vanaf half september worden geoogst.
Consumptie: De appels zijn geschikt voor consumptie vanaf half november en kunnen in koelopslag worden bewaard tot eind januari.
Gebruik: De Sterappel heeft historisch gezien een belangrijke rol gespeeld in Nederland en werd voornamelijk op hoogstammen geteeld. Met de opkomst van spilbomen is dit ras echter praktisch verdwenen, omdat Sterappelbomen een sterke onderstam vereisen en anders te groot worden.
Opmerkingen: De Sterappel heeft de neiging om vroeg van de boom te vallen en heeft zonlicht en koude nachten nodig om een mooie rode kleur te ontwikkelen. Vroeger werden de appels in de boomgaard op stro gelegd om ze door de zon en de koude nachten op kleur te laten komen. Om uitdroging te voorkomen, werden de appels natgehouden met een gieter en beschermd tegen te fel zonlicht om schilverbranding te voorkomen. Wanneer de bovenkant mooi rood was, werden de appels gekeerd om ook aan de onderkant een mooie kleur te krijgen. De Sterappel bloeit laat en is afhankelijk van bestuiving door andere rassen zoals Dijkmanszoet, Bloemeezoet, Eijsdener Klumpke, Brabantse Bellefleur en Lombarts Calville. Dit ras heeft een matige productie en draagt laat vruchten, wat vereist dat de boom goed wordt gesnoeid en gedund voor voldoende grote vruchten.