Omstreeks 1875 gevonden door S. H. Brouwer te Noordbroek in den tuin van den heer Engels.
Vrucht: Matig groot, ongeveer even hoog als breed, meermalen hooger dan breed.
Kleur: groen, bij rijpheid geel met aan zonzijde rood gevlekt en gestreept. Roestig bij de steel.
Kelk: Matig groot, open in vlakke kelkholte.
Steel: Vrij lang, dun, matig diep ingeplant.
Klokhuis: Groot, goed met zaden bezet.
Vruchtvleesch: Vast, geelachtig, vrij droog, zachtzuur, goed aroma.
Gebruikstijd: November – Januari.